1981 Vroeger waren de bergen
130 x 90 olieverf / linnen
1983 Man met hoed (Fizcarraldo, Jacky)
155 x 155 olieverf, linnen
1983 / 1984 Trillende Berg
± 190 x 150 olieverf / linnen
1984 / 1985 Wo-Woolf lll, uit ‘Weg van de Honden’
75 x 75 linosnede 10/10
1986 Encounter ll
118 x 128 x 13 olieverf / board / latwerk
1986 Passe-partout and yet so close
190 x 120 olieverf / houtskool / linnen
1987 Ook H. verdwijnt in de bergen
olieverf linnen 155 x 155
1988 / 1989 Sisyphus lll c Uit ‘De (gelukkige) Sisyphus aan het werk van A tot ….
‘
met o.a. oude handgemaakte spijkers, met konijnenlijm verwerkt rijstpapier, houtblokjes
die vroeger tussen de tramrails lagen en tijdens de ‘hongerwinter (’44 / ’45) tot
brandstof dienden
1992 Irish Fires l
140 x 170 olieverf / linnen
1995 Lopend rond de Berg
meerdere zichttekeningen / o.i.inkt / papier
69 x 52
Lange stukken lopen ligt ten grondslag aan de reeks Lopend rond de Berg: het veranderende uitzicht op de berg met de zich wijzigende contouren worden met een enkele lijn opgetekend en op een enkel vel raken ze naast, onder en over elkaar.
1998 / 2000 Polranny Fires van A tot Z
104 tekeningen op A3-papier
(26 potloodtekeningen
met van ieder 3 varianten in mixed media)
Voor de reeks ‘Polranny
Fires van A tot Z’werd gedurende enkele maanden vanuit hetzelfde gezichtspunt een soms smeulend en soms opvlammend haardvuur getekend.Dit leidde tot 26 tekeningen met van iedere tekening 3 varianten. Het vuur in zijn verscheidenheid en als constante factor. Gaande de reeks werd de neiging om illustratief aan de haal te gaan met het vuur steeds groter. Dat maakte duidelijk dat het vuur niet meer alle aandacht had en dat het tijd werd de reeks af te sluiten.
2002 Mijn eerste, tweede en derde 25 dia-waakbeesttekeningen
vanaf ± 30 x 40 prints
2002 Turftekens Finito en W Vermaase’s laatste ezel uit de donkere kamer
50 x 50 analoge z/w foto op barietpapier 65 x 70 turftekens op glas.
Met turftekens wordt door het noteren het passief ondergaan van het verstrijken van de tijd zichtbaar. Via de
tekens op de gevangenismuur is er zicht op de nog opgesloten dagen die moeten worden uitgezeten. Zo’n soort periode wordt hier afgesloten.
De eerste doeken waren vol teltekens. Een, twee, drie, vier, vijf, en nogmaals, en nogmaals, etc. De bewerkelijkheid en de verschillende lagen verf die samen nauwelijks massa maakten, het is stilstand en duur tegelijk.
2004 Walking around the Mountain from scratch to finish
90 x 65 o.i. inkt, papier / potlood / punaises / linoleum / drukinkt
Hier de afsluiting van Lopend rond de Berg (1995 etc.). Het is een verzamelingetje werkmateriaal dat is gebruikt voor de tekeningen, de linosnede op linoleum onder glas. Ook hier zou je kunnen zeggen dat een hoopje tijd is samengebundeld.
Titia Fuchs in Leids Dagblad van 15 – 2 – 1996. citaat: ‘Walking around the Mountain Polranny’ is eveneens opgebouwd uit boomschorsmotieven. Het ligt plat op de grond. Op de prachtig blauwe ondergrond zijn in witte lijnen de contouren van de bergen aangegeven. Het lijkt net een geschreven gedicht. Maar het enige echt geschrevene zijn de namen van de windrichtingen die in kleine letters worden aangegeven. Alleen, waar is ‘south’?
2008 Dummy for ‘A Propos Man Mano’
print vanaf 30 x 40 cm en een leporello
2011 / 2013 Confiscated Lace, best notify my Next of Kin
De werktitel was lange tijd: Siblings, Matje vlechten [a History (sic)]
8 keer 52 x 49 grafiet / kleurpotlood / O.I. inkt
2018 Draft, Decisive Moment print vanaf 60 x 60
De plek waarop de realisatie woedend doordrong dat verder bestaan niet slechts een optie was, maar een keuze. En daarmee een ‘plicht’ en daarmee dwong tot steeds weer hernieuwd optimisme.
Dat leidde tot veel gevloek en tot op de plaats rust rondjes draaien op de fiets. Klem zitten in ‘voorwaarts’.